BOUWSTEEN 7 - PASSEND VERVOER

Met oranje zwaailichten erop af

Ambulances vervoeren van oudsher allerlei patiënten voor uiteenlopende doeleinden. Sinds kort wordt daar onderscheid in gemaakt. Personen met verward gedrag komen in aanmerking voor de ‘ambulance light’.

Wie denkt aan ambulances, denkt het eerst aan loeiende sirenes en aan mensen met lichamelijk letsel die zonder tijd te verliezen naar het ziekenhuis gebracht moeten worden. Bij het overgrote deel van de 45.000 ambulanceritten op jaarbasis binnen de Regionale Ambulance Voorziening in regio Noord-Holland Noord is dit ook aan de hand. Maar ambulances worden ook gebruikt in niet acute situaties, zoals het vervoer van patiënten tussen locaties zoals woning, ziekenhuis en zorginstelling. “We pikken personen op die in principe niet de hoogwaardige zorgvoorzieningen nodig hebben waarmee een traditionele ambulance is uitgerust”, aldus Herman Smit, operationeel manager ambulancezorg binnen VRNHN Team West. “Tot die categorie horen ook vaak mensen met een GGZ-achtergrond, die tijdelijk in de war zijn.”

Geen sirenes

De vraag is of voor hen een ander type vervoer ook niet zou volstaan, zodat de meldkamer minder hoeft te schipperen en de ambulance vrijgehouden kan worden voor de echte spoedmeldingen. “Daarvoor is landelijk een pilot uitgevoerd waaruit bleek dat die verscheidenheid in de ambulancezorg werkt”, vertelt Herman. “Wij hebben in de regio nu drie ambulances rondrijden voor de minder complexe ambulancezorg. Dat zijn nog reguliere ambulances. Op termijn krijgen we nieuwe voertuigen zonder sirenes, met oranje in plaats van blauwe zwaailichten en met minder medische voorzieningen. Bovendien hoef je ook niet meer een hoogopgeleide ambulancevepleegkundige aan boord te hebben.”

Op de foto: ambulanceverpleegkundige en -chauffeur Wilko Geutskens.

Ik vind ze een aanwinst. Het is een kwestie van tijd en gewenning dat ze nog meer te doen krijgen.”

Geduld hebben

Zo’n minder complexe zorg ambulance zou volgens Herman ook kunnen dienen om personen met verward gedrag van A naar B te brengen. Uit eigen ervaring als ambulanceverpleegkundige weet hij dat het bij deze doelgroep niet zozeer aankomt op welke medische kennis en kunde beschikbaar is, maar hoe je ze benadert. “Je moet geduld hebben en de tijd nemen om hun vertrouwen te winnen. Dan gaan ze dikwijls wel met je mee. Ambulanceverpleegkundigen worden periodiek getraind in dit soort begeleiding.” Tegenwoordig gebruikt de GGZ ook ‘diligences’ om mensen met verward gedrag op te halen. In feite zijn dat gewone personenauto’s, die niet opvallen en dus ook geen vragen oproepen bij de omgeving. Herman: “Met de diligence kun je uitstekend mensen meenemen die helder en goed aanspreekbaar zijn. Heeft iemand medicijnen ingenomen of toegediend gekregen om rustig te worden, dan is een minimale vorm van bewaking onderweg wel prettig. Daarvoor is de minder complexe zorg ambulance geschikt. Zo kun je kiezen uit meerdere vervoersalternatieven.” Voor zover Herman weet hebben de nieuwe ambulances tot op heden geen mensen vervoerd met een GGZ-geschiedenis. “Zij verzorgen vooral het planbare vervoer. Daar worden ze goed op ingezet. Ik vind ze een aanwinst. Het is een kwestie van tijd en gewenning dat ze nog meer te doen krijgen.”